Meteen naar de inhoud

Kamperen in 1978

Het is 25 mei 1978. De oranje Westfalia Volkswagen camper bromt even flink en trekt dan op, zijn neus in de wind. De roodharige meid houdt haar voet flink op het gaspedaal. Gehuld in een broek met wijd uitlopende pijpen en een shirt rijkelijk bestrooid met bloemen, denkt ze aan wat komen gaat. Het avontuur lonkt. Op naar de camping.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Nederlands Dagblad op 16 juni 2020.

Het vergt nogal wat voorbereiding om in 1978 naar de camping te gaan. De voorzieningen zijn schaars en wat je zelf mee kunt nemen, neem je zelf mee. De avond voor vertrek heb ik zeven tassen klaarstaan. Badmintonrackets, slaapzakken, een wollen deken, plastic servies, wc-papier, een picknicktafel, rummikub, een oranje wekker … elke keer ontdek ik weer iets dat écht mee moet, want in 1978 hebben we geen Google Maps, e-reader en buienradar.

Maandag 25 mei 1978

De camper, die ik voor drie dagen mijn thuis mag noemen, steelt meteen mijn hart. Geproduceerd in 1978 en dus eigenlijk gloednieuw. Met de originele oranje-groen geruite bekleding, de vele vakjes om al je spullen in op te bergen, het ieniemienie keukentje en de twee uitklapbedden. Een huis en vervoermiddel in één. Wat wil een mens nog meer?

Vriendin Arianne, die ik voor de gelegenheid ook meeneem in mijn teletijdmachine, neemt plaats op de bijrijdersstoel. De camper bromt even flink en trekt dan op, zijn neus in de wind. Ik houd mijn voet flink op het gaspedaal. Ik moet even wennen aan die wijd uitlopende pijpen, maar geniet direct van de eenvoud van de bus. Geen onnodige knopjes, gewoon lomp schakelen en sturen. That’s it. De vrijheid van een bus, het is een zegen die je alleen kunt ervaren door het zelf mee te maken.

Afbeelding

Op de camping ruilen we de vrijheid in voor burgerlijkheid. De picknicktafel, handig in kofferformaat, wordt uitgeklapt en het plastic mepal servies komt uit de oranje met bruine koelbox. Arianne huppelt rond in een lange, wijde rok met psychedelische groene en paarse patroontjes en een gehaakt topje. Ik kijk naar haar golvend bruine haar en zie een meisje voor me dat niet had misstaan op de dansvloer van AVRO’s Toppop. Ik stap met mijn blote voeten in de brandnetels en ontwijk maar net een pannetje met heet water, dat op het gasstelletje staat te koken. Die avond koken we uit een ‘reform’ kookboek, want het is 1978 en we eten wat de tijdgeest schaft. Op ons bord ligt na wat snij- en roerwerk van Arianne een zeer gezonde zomersoep. Met véél groente, véél boter, véél peterselie en eh, weinig smaak. We zijn niet erg scheutig met andere kruiden en specerijen in de jaren 70 en het eten is nogal laf. Braaf eten we ons bordje leeg.

We brengen de avond door in de camper onder onze kleurrijke oranje met bruine slaapzakken en eindigen de avond met cola en paprikachips uit de populaire stapelsnackbakjes. Tijd om te gaan slapen. Arianne boven in het tentgedeelte, in een lang wit zijden nachthemd, ik beneden op de slaapbank in een katoenen bloemetjesnachtjurk. Het werd een wilde nacht …

… het is net of er een orkaan door de camper raast. Ons oranje huis schudt bij elke beweging van boven, wanneer Arianne zich omdraait, of haar hoofd stoot tegen het dak. Gebroken word ik wakker. Gelukkig is het pas 1978 en ben ik nog piepjong.

Afbeelding


Dinsdag 26 mei 1978
Arianne heeft wél geslapen en waagt zich aan een avontuur met de oranje krultang. Binnen no-time is hij loeiheet, en omdat er geen keramische laag op zit, molesteert het je haar, maar je houdt er wel prachtige krullen aan over. Tijd voor koffie. We koken het water in een pannetje en gieten het handmatig op. Omdat plantaardige melk niet bestaat moet mijn lichaam even wennen aan de smaak van koemelk. We beleggen onze boterhammen met kaas. Ik houd niet van kaas op brood. Maar het is 1978 en hummus met rode biet kennen we alleen uit exotische kookboeken, met gerechten uit landen waar nog amper een vliegtuig naartoe gaat.

‘Arianne krijgt er, naast een compleet verwaaid kapsel, ook een eenden-trauma bij.’

Wanneer je huis ook je vervoermiddel is, kun je beter niet te veel spullen bij je hebben. Daar gaat bij ons iets mis, want voor we onze camper weer ingepakt hebben, zijn we zo een uur verder. Ons huis-op-wielen rijdt ons naar de plek waar we Dolly de eend ophalen, onze Citroën C2V, bij velen bekend als ‘lelijk eendje’. Dolly mag maar liefst twee dagen bij ons blijven, en dus stap ik in de camper en Arianne in de eend. Ik scheur meteen weg en ben volledig in mijn element. Oh, freedom, freedommm! De ramen open, de wind door mijn haren, mijn rok wapperend rond mijn benen, dit is het leven zoals het ooit bedacht is. Ik steek mijn arm door het raam en wuif als een idioot naar Arianne achter me.

Voor Arianne blijkt ‘leven zoals het ooit bedacht is’ toch een andere definitie te hebben. De eend heeft een versnellingspook die je in- en uitschuift, maar dan precies omgekeerd. Dat zorgt voor enige mate van stress en paniek op de weg bij mijn vriendin in haar hotpants, die door het open dak naast een compleet verwaaid kapsel, ook een eenden-trauma erbij krijgt.

SRV-wagen

Terwijl ik cola in een oranje beker schenk, en geplette chocoladekoekjes uit een kastje van de camper pluk, toetert in de verte de SRV-wagen. Weet u waar SRV voor staat? Ik geef u nog even wat bedenktijd. Omdat we bijna alle boodschappen zelf hebben meegenomen hebben we niet veel nodig, maar extra koekjes én een praatje met de meneer van de SRV-wagen zijn altijd welkom.

Terwijl Arianne zich verbaast over de prachtige plaatjes in de Viewmaster, steek ik mijn neus in Campert Compleet, de verhalenbundel van Remco Campert uit 1971. Ik wijt het aan slaapgebrek dat ik alle personages door elkaar haal en de verhaallijn maar niet te pakken krijg. Na twee verhalen houd ik het voor gezien. Etenstijd! We maken gevulde paprika’s met als klapstuk een toetje van rijstebrij met aardbeien. De peterselie speelt een hoofdrol deze avond, de andere kruiden zijn de grote afwezige. Na twee happen rijstebrij geef ik het op. We bewaren alles netjes in ons oranje pannetje voor de volgende dag.

Ik gooi mijn leren plateauzolen uit voor een rondje toeren in Dolly de eend. Ik geniet optimaal van de brommende motor en de klapperende raampjes en besluit Dolly nooit meer in te leveren. Aangekomen in het centrum van Gorinchem krijgen we ons liefje echter met geen mogelijkheid op slot. Is het 70’s rebelsheid of mist er gewoon een sleutel? We nemen de gok, laten Dolly open en bloot achter en gaan Gorinchem in. Daar dient zich een volgend probleem aan: een volle blaas en in de verste verte geen wc te bekennen. Maar ach, het is 1978 en wij zijn de beroerdste niet. We zoeken wat hoog gras en hebben onze eerste wildplaservaring sinds jaren. Bij deze meteen een oproep aan minister-president Dries van Agt (en alle premiers die volgen in de toekomst): meer openbare toiletten graag!
Op de terugweg hebben we nog één kleine uitdaging: in het donker naar huis rijden zonder werkende knipperlichten. Dolly heeft besloten er de brui aan te geven en niet meer te willen wenken. Arianne steekt haar hand uit het raam wanneer we naar rechts willen en ik wanneer we linksaf slaan. Het is niet anders.

‘s Avonds lepelen we een advocaatje met slagroom weg en vallen we in een diepe slaap.

woensdag 27 mei 1978
Wanneer Arianne wakker is en haar haren de strijd met de non-keramische krultang weer hebben overleefd, eten we het laatste restje rijstebrij. We willen allebei een jurkje aan vandaag, maar na twee dagen kamperen is het scheren van onze benen geen overbodige luxe. Dus vullen we een emmertje met water en zeepsop en verstoppen ons strategisch achter de camper. We improviseren er wat op los, op deze zonnige woensdag in 1978.

Tijdens deze dagen op de camping kom ik erachter dat kamperen vooral overleven is. Eten koken, afwassen, emmers water vullen, water koken, koffiezetten, slapen, aankleden … waar komt mijn idyllische plaatje van eindeloze potjes rummikub, badmintonnen tot je erbij neervalt en middagdutjes op je stretcher vandaan? Of is dat vooral mijn vakantieherinnering van toen ik kind was en je nog niets hoefde? Maak ik het mezelf te moeilijk en had ik de afwas gewoon moeten laten staan, me wél door Remco Campert heen moeten wurmen en die walkietalkies gewoon aan moeten zetten?

conclusie

Het leven in 1978 is heerlijk kleurrijk. Het dagelijks leven is ontdaan van technologie die het leven complexer, of jouzelf luier maakt. Je moet meer moeite doen om iets gedaan te krijgen, wat resulteert in een meer tevreden gevoel na gedane arbeid. Alles wat ik in mijn handen heb, is gebruiksvriendelijk en werkt zoals het bedoeld is. Niets meer en niets minder. De SRV-wagen rijdt voor, want het is de tijd van Samen Rationeel Verkopen. We lezen geen nieuws van een schermpje, krijgen geen werkmail binnen en er is even geen pandemie die zich in de verre toekomst zou aandienen. Was het maar elke dag 1978. 

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door www.huureenvolkswagenbus.nl en www.huureenoldtimer.nl. Ook voor andere oldtimers kun je terecht bij @huureeroldtimer.nl.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *